Een Hindoe ziet net zoveel verschillen als ieder ander. Maar door de verschillen heen ziet een Hindoe dat er eenheid is. Dat alles met alles samenhangt.
Die eenheid, de ultieme en onveranderlijke werkelijkheid noemen de Hindoes Brahman. Brahman is de ziel (atman) van mensen, en ook de levende kern van alles. Hindoes kennen heel veel verschillende goden, maar dat zijn eigenlijk allemaal vormen van de ene Brahman.
Brahman moet je niet verwarren met de God Brahma (zonder N). Brahma is onderdeel van de Goddelijke drie-eenheid: Brahma-Vishnu-Shiva. Hierin is Brahma de schepper, Vishnu de onderhouder en Shiva de vernietiger.
‘Alle rivieren stromen naar dezelfde zee’, vinden Hindoes. Hun geloof is heel bont en veelkleurig. Mensen kunnen het op allerlei manieren beleven. Dat is geen probleem, het maakt het juist leuk. De een heeft iets met Ganesha, de god van de wijsheid met zijn olifantenkop. Een ander is gek op de apenkoning Hanuman, het voorbeeld van trouw en eerlijkheid. Een volgende doet aan yoga of bestudeert de oude verhalen. En weer een ander houdt vooral van de familiefeesten van de Hindoes, van het eten en de gezelligheid.
Hindoes willen graag goed doen om geestelijk te groeien, in dit leven of in een volgend leven. Wat ze nu doen, heeft gevolgen voor later. Wie goed doet, goed ontmoet, zeggen we in het Nederlands. Hindoes noemen dat karma.