De rooms-katholieke kerk kwam al in de zevende eeuw naar Nederland. De kerk heeft een grote invloed gehad op de Nederlandse cultuur. Niet alleen op onze jaartelling en de vrije dagen, maar ook op veel gedeelde waarden en normen.
Het rooms-katholieke geloof is het enige met één leider (de paus) en één dik boek (de catechismus) waarin precies staat beschreven wat katholieken moeten geloven. Hoewel, dit is wat te simpel gezegd. Naast de paus is er ook nog het concilie en de synode. En naast de geloofsleer is er de bijbel: Schrift en traditie gaan hierbij hand in hand. Het is een levende relatie, door de eeuwen heen, waarin de catechismus een momentopname is voor deze tijd.
Momenteel zijn er wereldwijd ongeveer 1,1 miljard katholieken, waarvan ongeveer 4,5 miljoen in Nederland. Maar ondanks de duidelijke leiding zijn er zeer grote verschillen in wat katholieken geloven en hoe ze dat beleven.
Het katholieke geloof komt voort uit de leerlingen van Jezus van Nazareth. Hij was een joodse leraar die leefde rond het jaar nul in het huidige Israël. Christenen noemen hem de Zoon van God. Het heilige boek van de christenen, de bijbel, is voor een belangrijk deel hetzelfde boek als dat van de Joden. De christenen noemen dat deel het oude testament. Het deel met de verhalen over Jezus en brieven van zijn leerlingen heet het nieuwe testament.