Volgens de islam is het leven op aarde eindig en keert de ziel terug naar God. Wanneer iemand overlijdt, condoleren moslims elkaar vaak met de woorden “wij behoren tot God en tot Hem zullen wij terugkeren”. Ziekte en dood zijn geen straffen, maar moslims kunnen het wel zien als een beproeving. Als moslims goed en met overgave met hun tegenslagen, zoals ziekte, omgaan, dan zal God het ze kunnen lonen. Zieken bezoeken is voor moslims een religieuze plicht.
De islam hecht veel waarde aan bescheidenheid, die zich vaak uit in respectvolle omgangsvormen en zorg voor persoonlijke grenzen. Dit kan bijvoorbeeld zichtbaar zijn in de manier waarop mensen zich kleden om waardigheid en respect te tonen, of in het belang dat wordt gehecht aan discreet en respectvol spreken over persoonlijke of gevoelige onderwerpen. Deze waarden komen soms voort uit culturele tradities en worden niet alleen bepaald door religieuze overtuigingen, maar weerspiegelen een diepgewortelde aandacht en respect voor elkaar.
In de Koran staat dat God zowel mensen als djinns heeft geschapen. Een djinn is een schepsel van vuur, dat goed of kwaad kan zijn, die mensen kan helpen of juist dwars kan zitten. Sommige moslims geloven dat ze, als ze ziek zijn, last hebben van een djinn.