De katholieke kerk kent drie momenten om een nieuw mens in te leiden in de kerk. Deze worden sacramenten genoemd. De eerste is die van de doop, vrij kort na de geboorte. Het kind krijgt water over het bolletje en wordt gedoopt ‘in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest’.
Het tweede moment is de eerste communie, wanneer een kind van een jaar of zeven voor het eerst mee mag doen aan het eten van het heilig brood. En het derde moment is als een kind op ongeveer twaalfjarige leeftijd zelf kiest om deel te zijn van de kerk. Dat sacrament heet het vormsel.
Daarnaast zijn er nog vier andere sacramenten die mensen in de loop van hun leven kunnen ontvangen: de biecht (sacrament van boete en verzoening), de ziekenzalving, het huwelijk en de wijding (tot diaken, priester en bisschop).