De Joden hebben eeuwenlang hun eigen cultuur bewaard in vreemde landen. Dat komt onder andere door de strikte spijswetten. Daardoor hebben de Joden een eigen eetcultuur, met strikte geboden en verboden.
Joden noemen voedsel dat ze mogen eten kosjer (geoorloofd).Joden eten alleen landdieren die gespleten hoeven hebben en herkauwen (dus wel koeien en schapen, maar geen varkens en paarden). De dieren moeten op een bepaalde manier geslacht zijn: de keel wordt doorgesneden en al het bloed moet eruit, want dat mag niet gegeten worden. Joden eten verder alleen vissen met vinnen en schubben (dus geen paling en steur). Ze eten geen dieren als kikkers, oesters, slakken en mosselen.
Wat het ingewikkeld maakt is dat er in veel modern eten (zoals koekjes, brood of snoep) gelatine en emulgatoren zitten. Dat zijn bindmiddelen waar dierlijk materiaal in zit, van dieren die niet kosjer geslacht zijn. Ook moet je er rekening mee houden dat vlees- en melk niet met elkaar vermengd mag worden. In ieder geval is zuiver vegetarisch eten (ook zonder kaas) altijd goed.