Moslims kennen twee grote feestdagen. De eerste is het Ramadanfeest (Eid al Fitr, door sommigen Suikerfeest genoemd) ter afsluiting van de vastenmaand Ramadan. Daarbij staan mensen stil bij het afronden van het vasten, feliciteren ze elkaar en gaan vrienden en familie bij elkaar op bezoek. Vaak worden cadeautjes gegeven aan kinderen.
Vasten is een oefening in zelfbeheersing en in overgave aan God, die ons in alles voorziet. Praktisch betekent dit onder andere voor moslims dat ze van de ochtendschemering tot de zonsondergang niet eten en drinken. De Ramadan valt ieder jaar tien of elf dagen eerder vanwege de maankalender. Als het in de zomer valt, vasten moslims in Nederland dus langer dan in de winter. Als de zon onder is, komen families en vrienden bij elkaar om te genieten van eten en gezelschap. Veel moslims zijn dan ook trots als ze het vasten kunnen volbrengen. Ze beleven het als een feest. Tijdens de Ramadan zijn er in de avond langere gebedsdiensten na het avondgebed.
Een ander belangrijk feestdag is het Offerfeest (Eid al Adha), na de periode van de bedevaart naar Mekka. Dat feest is ter herinnering aan Abraham (Ibrahim in het Arabisch) die bereid was zijn zoon aan God te offeren. In de Koran wordt het verhaal verteld van Ibrahim die een visioen krijgt waarin God hem vraagt zijn zoon te offeren. Ibrahim legt dit voor aan zijn zoon en hij stemde in. Op het laatste moment vroeg God hem een ram te offeren in plaats van zijn zoon.
Veel moslims offeren een schaap, geit of ander dier en schenken een derde van het vlees aan buren en een derde aan armen. Ze hoeven dat niet per se zelf te doen – ze kunnen ook geld overmaken naar een organisatie die het offer dan in bijvoorbeeld armere landen regelt en uitdeelt.