Terug naar overzicht
menora kandelaar met rode kaarsen op hebreeuws boek

Feesten in het jodendom

Sabbat (of sjabbat) is de wekelijkse rust- en feestdag. In de Tora (de eerste vijf boeken van de Bijbel) staat dat God de wereld in zes dagen schiep en op de zevende dag rustte. De sabbat begint bij zonsondergang op vrijdag en duurt tot de zonsondergang van zaterdag. Religieuze joden houden die dag in ere. Het is een feestelijke dag die in familiekring gevierd wordt met rituelen, verhalen en lekkere hapjes. Ook is er op sabbat een samenkomst in de synagoge of sjoel.

Pesach is het belangrijkste jaarlijkse feest, in de lente. De Joden vieren dan dat Mozes hen uit Egypte bevrijdde, waar zij leefden als slaven van de farao. Joden eten dan een week lang geen brood, maar Matzes (gistvrij brood). Voor Pesach wordt het hele huis grondig gepoetst. Ook vieren ze dit door een feestelijke maaltijd met het gezin, de sederavond.

Rosj Ha-Sjana is het Joodse nieuwjaar, dat meestal in september valt.

Jom Kippoer, tien dagen na nieuwjaar, heet ook wel Grote Verzoendag. Na een dag vasten vragen de Joden vergeving aan elkaar en aan God. Het is de gewoonte om de dag in de sjoel (het woord dat joden zelf gebruiken voor synagoge) door te brengen.

Chanoeka is het lichtfeest in december, waarbij men elkaar cadeautjes geeft.

Geef je op voor onze nieuwsbrief

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google Privacybeleid en de Servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Hou contact met ons