De meeste protestantse kerken zijn vanaf 1517 ontstaan uit verzet (protest) tegen de rooms-katholieke kerk. Dat noemt men de Reformatie, omdat het de kerk hervormde. Theologen als Luther en Calvijn vonden dat de kerk en de priesters te veel macht hadden. Ook vonden ze dat de katholieke kerk het geloof te bont maakte. Zij vonden dat allerlei gebruiken zoals de heiligenverering niets met het geloof te maken hadden.
Luther en Calvijn en hun volgelingen wilden een kerk die zich weer op de kern van het christelijke geloof richtte: op de Bijbel als Woord van God, en op de liefde (genade) van God, waardoor mensen het leven hebben.
Sinds die tijd zijn er heel veel verschillende kerken ontstaan, meestal als gelovigen of theologen het niet eens waren over de inhoud van het geloof. In Nederland zijn er bijna honderd protestantse geloofsrichtingen.
Een klein deel daarvan is evangelisch, zoals de Pinksterkerken. Dat zijn kerken die vooral de nadruk leggen op het voelen van het geloof in Christus. Een ander klein deel is orthodox. Deze christenen leven volgens strenge regels en zijn erg op zichzelf, met bijvoorbeeld eigen scholen en kranten.
Er zijn ook protestanten vanuit een andere geschiedenis ontstaan, zoals de Anglicaanse Kerk. Het maakt het palet van protestanten des te veelkleuriger.
In het leven van veel protestanten in Nederland speelt het geloof niet zo’n opvallende rol. Een groot deel van hen beleeft het vooral op feestdagen en belangrijke levensmomenten.
Wereldwijd zijn er honderden miljoenen protestanten. In Nederland is de grootste kerk de PKN (Protestantse Kerken in Nederland) met ongeveer 1,5 miljoen leden. Daarnaast zijn er nog enkele honderdduizenden leden van de vele andere protestantse kerken.