Voor protestantse christenen is het Paasfeest in het voorjaar het belangrijkste geloofsfeest. Ze vieren dan de opstanding van Jezus Christus uit de dood. Ook vieren ze Kerstmis (de geboorte van Jezus), Hemelvaart (Jezus’ koningschap) en Pinksteren (het ontvangen van de heilige Geest).
Iedere zondag (de eerste dag van de week) is voor christenen de kerkdienst een herdenken van Pasen. Het is op de vroege ochtend van de eerste dag dat vrouwen het graf van Jezus leeg aantroffen. De zondag is daarom een feestdag. Op zondagen wordt nooit gevast.
Waar rooms-katholieken spreken over ‘eucharistie’ en ‘mis’, gebruiken protestanten de termen ‘avondmaal’ en ‘eredienst’. Geregeld vieren protestanten avondmaal, in sommige protestantse kerken zelfs in iedere dienst. Daarmee gedenken ze het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus.
Hoe strenger de kerk, hoe belangrijker de zondagsrust wordt gevonden. In sommige protestantse kerken gaan de mensen twee keer op zondag naar de kerk, ’s ochtends en aan het einde van de middag. Ze mogen op die dag niet zelf werken en geen anderen voor zich laten werken – behalve in noodgevallen.