Joodse mannen dragen vaak een keppel op hun kruin, zeker bij religieuze gelegenheden of als ze naar het Joodse gebedshuis (synagoge of sjoel) gaan. Het keppeltje symboliseert dat God boven het verstand gaat. Orthodoxe Joodse mannen dragen vaak een baard. De baard kan overigens ook een teken zijn dat een man in de rouw is.
Als Joodse mannen bidden, slaan ze vaak een wit vierkant kleed om. Aan het kleed zitten losse draden met knoopjes, die naar de Bijbelse voorschriften verwijzen. Ook binden ze dan een doosje met een tekst op hun hand en hoofd. Het doosje wordt vastgemaakt met dunne zwarte riemen.
Zeer orthodoxe Joodse mannen en jongens dragen meestal zwarte kleren en laten haarlokken groeien voor hun oren. Zeer orthodoxe Joodse vrouwen laten hun haar niet zien en dragen een hoofddoek of een pruik. Overigens wonen er in Nederland maar weinig Joden met deze gebruiken.