Eigenlijk is het boeddhisme geen godsdienst. Boeddha was een mens en een leraar, geen godheid. Hij wijst de weg naar Verlichting, maar is geen verlosser. Mensen moeten zelf de weg gaan.
Boeddha heette Siddharta Gautama en leefde 2500 jaar geleden in Noord-India. Hij was een prins die heel beschermd werd opgevoed. Toen hij volwassen was, maakte hij stiekem uitstapjes buiten de paleismuren. Daardoor leerde hij tot zijn schrik dat mensen arm of ziek kunnen zijn, dat ze kunnen sterven en dat ze kunnen leven als monnik.
Siddharta verliet het paleis en ging een streng monnikenleven leiden. Maar ook daar werd hij niet gelukkig van. Na zes jaar stopte hij en ging onder een grote boom zitten. Daar kwam hij tot rust en inzicht. Hij begreep dat alle lijden komt doordat wij ons vastklampen aan wat vergaat. Maar wie juist leeft en mediteert, kan zich losmaken en opgaan in het grote niets, het nirvana.
De Boeddha (de Ontwaakte) bleef lesgeven tot zijn dood op 80-jarige leeftijd. Na zijn overlijden breidde het boeddhisme zich sterk uit. Tegenwoordig zijn er verschillende stromingen. Sommige richtingen zijn heel eenvoudig en kennen weinig franje. Andere lijken meer op godsdiensten, met tempels, beelden, bloemen, wierook en allerlei vieringen.
In Nederland leven naar schatting 60.000 boeddhisten uit landen als China, Vietnam en Thailand. Daarnaast zijn er nog minstens 100.000 Nederlanders – maar waarschijnlijk veel meer – die met boeddhisme bezig zijn. Er zijn tientallen centra voor informatie, studie en meditatie. Westerlingen vinden vooral het zenboeddhisme interessant, dat uit Japan komt. Zen is vooral een meditatievorm die bestaat uit urenlang zitten om van binnen helemaal leeg te worden.
